Rechtspraak
Elektronische ondertekening
Niet wordt onderbouwd, en ook valt niet in te zien waarom de uitspraak niet elektronisch zou mogen worden ondertekend. De stelling dat voor het elektronisch ondertekenen geen grondslag in de wet bestaat faalt omdat die grondslag wel bestaat: artikel 3:15a BW. Verweerster stelt niet dat in strijd met deze bepaling is gehandeld. Dat artikel 160 lid 1 Rv [De kracht van het schriftelijk bewijs is in de oorspronkelijke akte gelegen] ondertekening ‘met de hand’ vereist, staat daarin niet te lezen. Het appelverbod en het leerstuk van het gesloten stelsel van rechtsmiddelen staan bovendien in de weg aan een beoordeling van de wrakingsbeslissing door de zittingscombinatie op de, ook andere, door verweerster genoemde gronden.