Naar boven ↑

Rechtspraak

Waarnemend deken bij de raad

Grieven 4 en 5 richten zich tegen wijze waarop de procedure in eerste aanleg bij de raad heeft plaatsgevonden, met name de afwezigheid van verweerder op de zitting en de volgens verweerder ten onrechte aanwezigheid van de waarnemend deken mr. B. om namens de deken het woord te voeren en/of (daarnaast) de aanwezigheid de deken, stuit bij verweerder op bezwaren. Ook deze grieven missen voor de beoordeling zelfstandige betekenis nu verweerder en de deken in hoger beroep zijn verschenen en de waarnemend deken niet.