Naar boven ↑

Rechtspraak

Aard en strekking feitenvaststelling

(…) Bij deze grieven heeft verweerster geen belang omdat het hof de feiten zelfstandig heeft vastgesteld. Anders dan verweerster betoogt behoeven niet alle naar voren gebrachte feiten volledig te worden vastgesteld. Het gaat om een zakelijke opgave van de voor de beslissing meest relevante feiten. In het bijzonder behoefde de raad (en hetzelfde geldt voor het hof) niet al die feiten op te nemen die verweerster voor haar gunstig en relevant acht. Dat de feiten onjuist zijn vastgesteld door de raad heeft het hof overigens niet kunnen vaststellen. Dat verweerster de feiten anders waardeert of in een ander daglicht wenst te stellen doet aan de juistheid niet af. Evenzeer is onjuist verweersters opvatting dat de raad geen feiten mag gebruiken – en daarom niet had mogen opnemen – omdat de deken die niet expliciet in het dekenbezwaar heeft genoemd. Het staat de raad vrij om uit de gepresenteerde producties – waar een uitdrukkelijk beroep op is gedaan – die feiten te putten die voor de beoordeling van belang zijn. Ten slotte is de raad – en ook het hof – niet gehouden exact te citeren. Het komt immers aan op de uitleg van de feiten zoals deze zich in de gegeven omstandigheden hebben voorgedaan. Ten slotte wijst het hof op deze gronden het verzoek van verweerster (…) af om uit te gaan van de feiten zoals zij die heeft vastgesteld (…).