Naar boven ↑

Rechtspraak

Klager is verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Verweerster staat zijn echtgenote bij. Klager verwijt verweerster opruiende taal te gebruiken, mee te werken aan het geven van een verkeerde voorstelling van zaken aan de rechter en de rechter onjuiste informatie te verstrekken. Ook intimideert en dreigt verweerster. Bovendien zet verweerster zich onvoldoende in om het (echtscheidings-)geschil in der minne op te lossen. De raad is van oordeel dat verweerster geacht wordt terughoudend op te treden teneinde onnodige escalatie van de in dit soort zaken vaak aanwezige emoties te vermijden. Verweerster heeft er blijk van gegeven zich onvoldoende bewust te zijn van haar eigen verantwoordelijkheid op dit punt. Door de wijze waarop zij bij de aanzegging van een Kort Geding gewag heeft gemaakt van de mogelijke aanwezigheid van de pers en van het feit dat haar cliĆ«nte “geen blad voor de mond” zou nemen, heeft zij impliciet gedreigd om zaken die in de relatie tussen klager en zijn vrouw speelde openbaar te maken wetende dat dit schade zou kunnen toebrengen aan klager. Dit onderdeel van klacht is daarom gegrond. Omdat er nog niet eerder disciplinaire maatregelen tegen verweerster zijn genomen volstaat de raad met een waarschuwing.