Naar boven ↑

Rechtspraak

Geen contact

(…) dat Gedragsregel 16 (22 nieuw) een verbod op een persoonlijk contact (het horen) tussen de advocaat en de getuige voorop stelt. Het is mitsdien aan de advocaat die zich op lid 3 beroept om die feiten en omstandigheden te stellen die een noodzaak voor de inbreuk, en derhalve voor het horen van de getuige voorafgaande aan het verhoor door de rechter, rechtvaardigen. De Gedragsregel strekt er uiteraard toe om beïnvloeding van de getuige te voorkomen alsmede om in het geding een discussie uit te sluiten, althans te vermijden, over de inhoud van het (mondeling) contact tussen de advocaat van de wederpartij en de getuige, in het bijzonder of sprake is geweest van (ongeoorloofde) beïnvloeding. Omstandigheden die een doorbreking van het verbod rechtvaardigen, zullen zich niet licht voordoen en in ieder geval zal aangetoond moeten worden dat het getuigenverhoor niet kon worden afgewacht. 

Het antwoord op de vraag wanneer sprake is van een bijzondere relatie als bedoeld in deze Gedragsregel, kan niet eenduidig worden beantwoord en zal afhangen van de omstandigheden van het geval. (…) De stelling van verweerder dat in Gedragsregel 16 een rechtsongelijkheid besloten ligt nu degene die de getuige aanzegt wel contact met de getuige zou kunnen onderhouden, rechtvaardigt het handelen van verweerder niet. Verweerder miskent dat de aanzeggende advocaat vooraf zal moeten onderzoeken of de getuige een relevante verklaring kan afleggen, waartoe contact (met dat doel) dient te worden opgenomen. De handelwijze van de aanzeggende advocaat is bovendien steeds aan de betamelijkheidsnorm van artikel 46 Aw onderworpen. Een beïnvloeding van de getuige door de aanzeggende advocaat zal mitsdien getoetst kunnen worden.