Rechtspraak
Onjuist informeren gerechtshof
Uit de weergave door verweerster (…) van een deel van het emailbericht van klager (…) kan naar het oordeel van het hof niet worden afgeleid dat verweerster onjuiste of onvolledige informatie heeft gegeven waardoor het gerechtshof op het verkeerde been is gezet. Het gerechtshof had immers vastgesteld dat beide partijen zich ter zitting van het hof bereid hadden verklaard om, teneinde de communicatie tussen partijen te verbeteren en het onderlinge wantrouwen weg te nemen zoals het gerechtshof wenste, onder begeleiding van een mediator te komen tot een nadere invulling van de omgangsregeling. Uit de email van klager kan niet anders worden afgeleid dan dat hij onder geen beding nog weer tijd en geld wilde investeren om vertrouwen in de cliënte van verweerster op te bouwen. Hij heeft, zowel bij de raad als tijdens de zitting in hoger beroep, onomwonden verklaard niet aan een vertrouwensherstel door middel van mediation te willen meewerken. De door het gerechtshof gewenste opbouw van het vertrouwen, volgens het hof onmisbaar voor een goede omgangsregeling, was, zo mocht verweerster stellen, door de opstelling van klager mislukt. Verweerder was niet verplicht om meer te melden dan haar in het belang van haar cliënte geraden voorkwam. Daarbij komt dat verweerster, anders dan de raad haar verwijt, ingevolge het procesreglement, niet de email van klager van 7 december 2014 als bijlage mocht bijvoegen. Zij heeft derhalve kunnen volstaan met het aanbod die email over te leggen. Overigens blijkt uit de eindbeslissing niet dat het gerechtshof vanwege de selectie van verweerster tot voor klager onjuiste conclusies is gekomen.