Rechtspraak
Beroep op herroeping geeft geen vrijbrief voor herhalen beschuldigingen
De grief van verweerder tegen de beslissing van de raad op klachtonderdeel 4 houdt, kort samengevat, in dat de raad heeft miskend dat verweerder herroeping heeft verzocht op grond van (onder andere) bedrog, gepleegd door klaagster (en anderen), en dat het hem daarom vrijstond de feiten, waaruit het bedrog door klaagster zou blijken, in zijn dagvaarding op te nemen. (…) Artikel 382 Rv (herroeping) geeft niet een vrijbrief aan verweerder om de reeds meermalen ongegrond bevonden beschuldigingen aan het adres van klaagster te blijven herhalen, zonder tenminste relevante nieuwe feiten aan te voeren. Nieuwe feiten waaruit bedrog van klaagster zou kunnen blijken heeft verweerder echter niet aangevoerd. Een (“impliciet”) verzoek tot het houden van een getuigenverhoor kan niet als een relevant nieuw feit worden beschouwd en ook de inhoud van de producties die verweerder heeft overgelegd en waaruit geen nieuwe feiten blijken, rechtvaardigen het blijven herhalen van (ernstige) beschuldigingen aan het adres van klaagster niet.
De steeds herhaalde beschuldigingen aan het adres van klaagster zijn nodeloos grievend.