Geen schending hoor en wederhoor

Het hof heeft het beginsel van hoor en wederhoor voldoende in acht genomen. Verzoeker is ter zitting van het hof (…) verschenen en is door het hof in de gelegenheid gesteld om zijn standpunt m.b.t. de (on)mogelijkheid van verrekening van de geldleningsvordering met de koopsom kenbaar te maken en toe te lichten, (…). Dat verzoeker niet op de vragen van het hof was voorbereid en zich daar kennelijk ongemakkelijk bij heeft gevoeld, brengt niet mee dat het fundamenteel beginsel van hoor en wederhoor is geschonden. De raad heeft in zijn (…) Onder deze omstandigheden kan, althans behoorde het redelijkerwijs voor verzoeker geen verrassing (te) zijn geweest dat het hof hem ter zitting (…) vragen heeft gesteld naar deze door het processuele debat omsloten feiten. Voor zover verzoeker zich onvoldoende hierop heeft voorbereid, komt dit volledig voor zijn rekening en risico. Het hof is van oordeel dat ook om deze reden van schending van het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor geen sprake is.