Naar boven ↑

Rechtspraak

Prematuur optreden

Daar komt bij dat de deken in dit geval naar het oordeel van het hof prematuur is opgetreden door op 23 juni 2015 een dekenbezwaar tegen verweerster in te dienen. De discussie met verweerster, die zoals uit het voorgaande blijkt niet van enige grond ontbloot was, was toen nog gaande. Op de brieven van verweerster van 16 juni 2015 en 6 juli 2015, waarin zij onder meer een nadere toelichting vraagt op de criteria, waarom zij in het onderzoek is betrokken, en vraagt hoeveel kantoren met haar onder dit toezicht vallen, heeft de deken pas op 2 september 2015, kort voor de mondelinge behandeling bij de raad, gereageerd. Op de toezending, op 10 september 2015, van een aantal door de accountant van verweerster verstrekte gegevens heeft de deken niet gereageerd en hij heeft daar kennelijk ook geen aanleiding in gezien om in te gaan op het door verweerster voorgestelde gesprek. Verweerster is kennelijk een kritisch lid van de orde, maar de deken heeft haar verklaring dat zij altijd heeft meegewerkt aan kantoorbezoeken en in dat verband in het verleden steeds de door de deken gevraagde gegevens heeft verstrekt, niet weersproken. (dekenbezwaar ongegrond)