Naar boven ↑

Rechtspraak

Kantoorbezoek

In deze zaak staat niet ter discussie of de deken een gegronde reden had om het kantoor van verweerder te bezoeken, maar slechts of de deken op goede gronden tegen verweerder het hiervoor onder 3 genoemde bezwaar heeft ingebracht. De deken heeft in dit verband onbetwist aangevoerd dat het van de president van de rechtbank ontvangen signaal niet de reden vormde om bij verweerder inlichtingen te vragen over zijn kantoororganisatie, waaronder de aanvraag van de advocatenpas, de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en de Stichting Derdengelden; hij heeft daarover meegedeeld slechts van de gelegenheid van zijn huisbezoek om praktische redenen gebruik te hebben gemaakt om met verweerder een aantal eisen van de praktijkuitoefening door te nemen. De door verweerder naar voren gebrachte argumenten leveren geen aanwijzing op dat de deken bij het vragen van die inlichtingen zijn toezichthoudende bevoegdheden te buiten is gegaan doordat hij disproportioneel en willekeurig zou zijn opgetreden.