Rechtspraak
Geen verzoek doorzending naar de raad
In het beroepschrift heeft verweerder een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van klaagster. Hij voert daartoe aan dat alleen klager, maar niet klaagster, het standaardformulier dat door de deken aan beide klagers is toegezonden – waarin wordt aangekruist dat klager het niet eens met het advies van de deken en doorzending wenst naar de raad – heeft ondertekend en geretourneerd aan de deken.
De klacht van klagers tegen verweerder is bij de deken ingediend bij brief van 17 december 2010. Deze is zowel door klager als klaagster ondertekend. Uit die ondertekening en uit de klachtomschrijving volgt dat ook klaagster een tuchtrechtelijke beoordeling wenste. Dat zij in een later stadium de klacht heeft ingetrokken, is het hof niet kunnen blijken. De omstandigheid dat klaagster het standaardformulier niet heeft ondertekend rechtvaardigt niet de conclusie dat zij haar klacht zou hebben ingetrokken of niet langer behandeld wenst te zien. Klaagster is bovendien verschenen ter zittingen van zowel de raad als van het hof. Het moet er daarom voor worden gehouden dat klager mede namens klaagster het verzoek om doorgeleiding naar de raad heeft ondertekend. Het beroep op niet-ontvankelijkheid van klaagster wordt verworpen.