Naar boven ↑

Rechtspraak

Gedetineerde cliënt heeft relatie met advocaat verbroken, geen reden voor achterwege laten overleg door volgende advocaat

De raad heeft de klacht gegrond bevonden en daartoe naar de kern het volgende overwogen. Uitgangspunt is dat een advocaat die een zaak wil overnemen, contact opneemt met de behandelend advocaat voordat hij met de cliënt in contact treedt. Dit geldt ook in het geval nog niet zeker is dat de zaak inderdaad zal worden overgenomen. Dat de cliënt in dit geval had verzocht om geen contact op te nemen met de behandelend advocaat was geen geldige reden om een uitzondering op dit uitgangspunt aan te nemen; het gaat bij deze problematiek niet zozeer om de belangen van de individuele verdachte, als wel om de borging van een goede rechtsbedeling in het algemeen (…) De raad heeft terecht het hiervoor onder 5.1. weergegeven uitgangspunt gehanteerd, en evenzeer terecht de genoemde ratio voor dit uitgangspunt. Het hof voegt hieraan duidelijkheidshalve toe dat dit uitgangspunt en de ratio daarvoor gelden indien de cliënt is gedetineerd. Voor de vraag of verweerster als een behoorlijk advocaat heeft gehandeld – de toepasselijke algemene norm van artikel 46 Advocatenwet – is daarom niet van belang is dat geen sprake is geweest van “ronselen”. Dat klager de relatie met de cliënt heeft verbroken is geen reden om – achteraf – een rechtvaardigingsgrond aan te nemen voor verweersters handelwijze, gezien de algemene ratio voor de maatstaf van handelen dat een behoorlijk advocaat in gevallen als deze betaamt. Evenmin is gebleken van andere omstandigheden op grond waarvan het gebrek aan voorafgaand contact met klager was te rechtvaardigen. Het hof merkt in dit verband nog op, dat het vereiste van voorafgaand contact niet impliceert dat de behandelend advocaat voor het bezoek aan de cliënt toestemming zou moeten verlenen; het vereiste van voorafgaand contact, dient, in het licht van de door advocaten onderling in acht te nemen welwillendheid ertoe om de behandelend advocaat in staat te stellen eventueel ook zijnerzijds contact met de cliënt op te nemen. Indien de toestemming niet wordt verleend, mag die mededeling echter niet zonder meer worden genegeerd, maar deze behoort dan aanleiding te zijn voor nader overleg en zo nodig overleg met de deken. Het verbreken van de relatie met de cliënt is ook geen reden aan te nemen dat klager geen belang bij zijn klacht zou hebben.