Naar boven ↑

Rechtspraak

Onduidelijk wie cliënt is, gebruik van gevoelige informatie

In de (…) e-mail wordt niet gesproken over cliënten maar over contact met een aantal zakenlieden. Wel worden mogelijke procedures in het vooruitzicht gesteld en daarvoor zijn opdrachten van cliënten onvermijdelijk. Door in de onderhavige procedure ter toelichting op de hoedanigheid waarin verweerder deze mail heeft geschreven te spreken over zijn hoedanigheid van advocaat wordt tenminste de schijn gewekt van de aanwezigheid van cliënten, want de advocaat in zijn hoedanigheid treedt immers op namens cliënten. Bij de zitting van de raad vertelde verweerder gehandeld te hebben “naar zijn geweten”, hetgeen de indruk wekt van een optreden uit eigen hoofde. Vervolgens spreekt verweerder over aankomende cliënten, met welk begrip in ieder geval niet lijkt te worden geduid op een bestaande cliënt-verhouding. Ook het bij herhaling gedane beroep op zijn geheimhoudingsplicht schept verwarring nu van zo’n plicht alleen sprake kan zijn in de cliënt–advocaat relatie. En dit is nu weer afwijkend van wat verweerder eerder had aangevoerd. (…) Indien verweerder als advocaat die meent over informatie te beschikken, welke nadeel kan toebrengen aan derden en daarvan, (…), anderen op de hoogte stelt, dient hij jegens derden wanneer hem daarom wordt gevraagd, de nodige helderheid te verschaffen over zijn eigen rol of hoedanigheid en die direct, ondubbelzinnig en consistent duidelijk te maken. Verweerder is hier in tekortgeschoten en zijn appel tegen dit onderdeel van de beslissing is ongegrond.