Naar boven ↑

Rechtspraak

Toezenden declaratie aan rechtsbijstandverzekeraar

(…), schreef verweerder aan de advocaat van Achmea: “In het vertrouwen dat uw cliënt zich neerlegt bij de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden verneem ik gaarne van u of ik mij voor de definitieve afrekening rechtstreeks tot uw cliënt kan richten.” Uit de daarop volgende correspondentie tussen de twee advocaten die vooral ging over de vraag of de cliënten over en weer zouden berusten in het vonnis van de rechtbank, blijkt dat verweerder al op 25 september 2012 zijn declaratie aan de hem bekende schadebehandelaar van Achmea had gezonden. Het hof is van oordeel dat verweerder in de confraternele verhouding met de advocaat van Achmea op dit punt niet handig is opgetreden. De klacht van klager ziet er echter op dat verweerder eerst toestemming aan klager had moeten vragen om de declaratie rechtstreeks aan Achmea te zenden en verplicht was klager vóór 25 september 2012 daarover te consulteren. Het hof volgt klager niet in die stelling. Klager is door de gang van zaken op geen enkele wijze in zijn belang geschaad, zodat niet valt in te zien dat verweerder jegens klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.