Naar boven ↑

Rechtspraak

Geen analoge toepassing bij rechtshulpverlener/niet-advocaat

Het hof neemt, (…), tot uitgangspunt dat gedragsregel 18 – dat in de gedragsregels is opgenomen in het hoofdstuk “Betrekkingen tussen advocaten” – niet analoog van toepassing is op de betrekking tussen een advocaat en een rechtshulpverlener, die geen advocaat is. Als zodanig valt in dit verband ook een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar als klaagster aan te merken. De gedragsregels gelden voor het verkeer tussen advocaten en zijn niet normgevend voor gedrag van advocaten jegens niet-advocaten. De andersluidende opvatting van klaagster zou bovendien leiden tot ongelijke verhoudingen tussen advocaten en andere rechtshulpverleners, nu laatstgenoemden immers tegenover advocaten niet gehouden zijn zich te dragen overeenkomstig de gedragsregels. De door klaagster aangevoerde wijziging in het juridisch landschap biedt hiervoor geen rechtvaardiging. 

Voor de tuchtrechter staat in het algemeen ter beoordeling de vraag of de advocaat enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt, te verwijten valt (art. 46 Adv.w.). Evenals tegenover andere derden dient een advocaat zich tegenover een rechtshulpverlener, niet zijnde advocaat, behoorlijk te gedragen en de professionele fatsoensnormen in acht te nemen. In dit geval werd Z niet bijgestaan door een advocaat; klaagster is opgetreden als beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van Z. Er bestond in deze situatie, (…), geen verplichting voor verweerder om zich te onthouden van het rechtstreeks benaderen van Z. Dat verweerder in zijn contacten met Z. voor het overige niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt en daardoor de grens van de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid zou hebben overschreden is het hof niet gebleken. In dat verband is nog vermeldenswaard dat verweerder, nadat hij rechtstreeks in overleg was getreden met Z, daarvan mededeling heeft gedaan aan klaagster met het verzoek de termijn voor aanvaarding van het schikkingsaanbod te verlengen. Het hof is dan ook van oordeel dat de klacht ongegrond is.