Rechtspraak
Afwijkende praktijk voor advocaat als faillissementscurator
Daarnaast stelt het hof met de raad vast dat de gangbare praktijk is dat een curator in een faillissement zich met betrekking tot juridische kwesties wendt tot de – hem bekende – advocaat van de gefailleerde, althans van haar bestuurder, en dat hij wanneer het gaat om aangelegenheden van feitelijke aard, rechtstreeks met de gefailleerde, althans met haar bestuurder, communiceert. Terecht is geen grief tegen deze vaststelling door de raad gericht. Dat de hiervoor omschreven praktijk enigszins afwijkt van die bij civielrechtelijke geschillen tussen partijen (…) houdt verband met het feit dat in een faillissement niet alleen sprake is c.q. kan zijn van een belangentegenstelling tussen de gefailleerde en de curator als behartiger van voornamelijk de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de gefailleerde, maar ook van de in art. 105 lid 1 Fw verankerde verplichting van de gefailleerde om alle voor een behoorlijke afwikkeling van het faillissement noodzakelijke inlichtingen te verschaffen. Dit laatste brengt mee dat de curator zich zonder tussenkomst van derden tot de gefailleerde, althans tot haar bestuurder, moet kunnen wenden.