Naar boven ↑

Rechtspraak

Geen noodzaak; bewijsnood niet gebleken

Uitgangspunt is dat een advocaat die zich in verbinding wil stellen met een wederpartij waarvan hij weet dat deze wordt bijgestaan door een advocaat, dit slechts doet door tussenkomst van die advocaat, tenzij deze hem toestemming heeft verleend zich rechtstreeks tot zijn cliënt te wenden. Een uitzondering op deze regel kan worden aanvaard indien het gaat om een aanzegging die, om het daarmee beoogde rechtsgevolg te kunnen bewerkstelligen, niet anders kan worden gedaan dan rechtstreeks aan de wederpartij. In onderhavige zaak is niet gebleken van de noodzaak om de betreffende brieven rechtstreeks aan klager te versturen. De stelling van verweerder dat hij in een eventuele procedure in bewijsnood kan komen te verkeren is ontoereikend voor een ander oordeel. Niet aannemelijk is dat klager alsdan de inhoud zal betwisten. Bovendien biedt Gedragsregel 12 (26 nieuw) hiervoor een regeling.