Naar boven ↑

Rechtspraak

Correspondentie tussen Nederlandse advocaten door Duitse advocaat overgelegd

Terecht heeft de raad overwogen dat de correspondentie die bij de dagvaarding voor het Duitse gerecht in Hamburg door de Duitse advocaat is overgelegd, correspondentie tussen Nederlandse advocaten betreft die onderworpen is aan de gedragsregels van de Nederlandse balie en niet kan worden beschouwd als het doen van mededelingen waarop artikel 5.3 van de Europese Gedragscode van toepassing is. Van de correspondentie tussen klagers Nederlandse advocaat en verweerder, waaronder die met betrekking tot schikkingsonderhandelingen, kan niet worden gezegd dat sprake is van mededelingen van een advocaat aan een advocaat in een andere Lidstaat. Dit wordt niet anders door de grensoverschrijdende kenmerken van het geschil tussen klagers en verweerders cliënten en evenmin door het gegeven dat voor klagers voorzienbaar was dat de correspondentie tussen hun Nederlandse advocaat en verweerder bij een Duitse beroepsgenoot terecht zou komen. Evenmin doet hieraan af dat het wellicht voor de hand zou hebben gelegen dat klagers advocaat, gezien de grensoverschrijdende kenmerken van het geschil en de samenwerking met Duitse advocaten door beide partijen, zou hebben vermeld welke correspondentie of mededelingen over de schikkingsonderhandelingen hij als vertrouwelijk wenste te beschouwen.