Naar boven ↑

Rechtspraak

Onzorgvuldigheden in verzoekschrift conservatoir beslag

Het tuchtrecht is niet bedoeld om een extra of oneigenlijke rechtsgang te bieden daar waar partijen gebruik hebben gemaakt van de rechtsbescherming en rechtsmiddelen die hen ten dienste stonden. De vraag die in deze tuchtrechtelijke procedure beantwoord moet worden is of verweerder mocht afgaan op de door zijn cliënt aan hem gepresenteerde feiten. In 5.1 is het uitgangspunt geformuleerd dat verweerder op de juistheid mocht afgaan behalve als hij wist of behoorde te weten dat deze gegevens onjuist waren, in welk geval op hem een onderzoeksplicht rustte. 

Het hof meent dat in het onderhavige geval geen sprake was van de hiervoor omschreven uitzondering, die met zich zou brengen dat verweerder niet zonder nader onderzoek de aan hem door zijn cliënt vermelde feiten mocht poneren. Het feit dat verweerder dit (in het beslagrekest) heeft samengevat met de term “ontmanteling” welke term in het verzoekschrift bovendien tussen aanhalingstekens was geplaatst, acht het hof niet van doorslaggevende betekenis. Essentieel is de vraag of de stelling in het verzoekschrift mocht worden opgenomen. De wijze waarop dit is gebeurd acht het hof, in tegenstelling tot de raad, in het onderhavige geval niet onzorgvuldig.