Rechtspraak
Onrechtmatig verkregen BKR-gegevens
Hoewel verweerder zich ervan bewust moet zijn geweest dat zijn verkrijging van de BKR-gegevens vrucht was van misbruik door X van diens bevoegdheid dergelijke gegevens door de Y-Bank te laten opvragen, en zich ervan bewust moet zijn geweest dat X diens geheimhoudingsplicht schond door die gegevens vervolgens (ongevraagd, telefonisch) aan verweerder te verstrekken, maakt dit verweerder’s eigen rol bij die verkrijging niet onbetamelijk in tuchtrechtelijke zin, omdat in die dubbele bewustheid niet besloten ligt (en evenmin in de overige aannemelijk geworden feiten) dat verweerder X tot dat opvragen en/of verstrekken heeft uitgelokt of aangezet;
Vervolgens is dan de vraag aan de orde onder welke omstandigheden gebruik mag worden gemaakt van door normschending verkregen informatie over de wederpartij in een civiele procedure. Hierbij neemt de raad in overweging dat uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat door of na normschending verkregen bewijs, dat vervolgens wordt gebruikt in een civiele procedure, niet zonder meer geldt als onrechtmatig verkregen bewijs dat geen wettig bewijs oplevert in de betreffende civiele procedure (Hoge Raad 27 november 1992, NJ 1993, 569).