Naar boven ↑

Rechtspraak

Politiegegevens

In dit geval moet dus worden beoordeeld, of de belangen van klager nodeloos en ontoelaatbaar zijn geschaad door overlegging in kort geding van het uittreksel uit de politieregisters. Verweerders zijn, zoals blijkt uit het feit dat zij bij de deken, bij een kantoorgenoot en bij twee andere deskundige advocaten advies hebben ingewonnen, bij hun beoordeling of zij het stuk mochten overleggen en niet terugnemen, niet over een nacht ijs gegaan. Niet weersproken is dat verweerders niet tot het verkrijgen van de gegevens uit het politieregister hebben aangezet of dat zij dat zouden hebben uitgelokt. Zij hebben onweersproken gesteld dat de journalist die hen de gegevens overhandigde, zei dat deze “uit betrouwbare bron” kwamen. Ook als verweerders beseft of vermoed hebben dat de gegevens verkregen waren doordat iemand binnen de politieorganisatie deze in strijd met de wet aan een journalist had verstrekt, brengt dat nog niet mee dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door deze gegevens in rechte over te leggen. In het civiele recht volgt immers uit jurisprudentie van de Hoge Raad dat onrechtmatig verkregen bewijs dat vervolgens gebruikt wordt in een civiele procedure niet zonder meer geen wettig bewijs oplevert, maar dat de rechter steeds over de toelaatbaarheid oordeelt, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval.