Rechtspraak
Executie vooruitlopend op hoger beroep
Ofschoon het hof er mee bekend is dat het in afwachting van een rechterlijke beslissing niet ongewoon is om executiemaatregelen op basis van eerdere grossen op te schorten, hangt het van de omstandigheden van het geval af of die executie jegens de wederpartij als ontoelaatbaar moet worden aangemerkt en diens belangen nodeloos worden geschaad. Daarbij kan een rol spelen dat die wederpartij in de onmogelijkheid verkeert om vrijwillig aan de tenuitvoerlegging te voldoen noch anderszins maatregelen kan treffen om de executie af te wenden. Het hof neemt daarbij voorts in aanmerking dat een kernwaarde van de advocaat is partijdigheid en dat hij er dan ook allereerst op moet zijn gericht de belangen van zijn cliënt te behartigen. Verweerder heeft een- en andermaal gemeld nakoming namens zijn cliënte te verlangen. Dat de aanzeggingen over een lange periode liepen doet daar niet aan af. Uit de brief van 8 februari 2013 van klager aan de deken valt af te leiden dat klager beseft heeft dat de aanzegging op 5 februari 2013, aansluitend aan het laatste verhoor en diezelfde dag schriftelijk op niet mis te verstane wijze bevestigd, ernst was. Klager was er blijkens die brief ook mee bekend dat hij in kort geding een beslag kon voorkomen. Voorts staat onbestreden vast dat de cliënte van verweerder in slechte (financiële) omstandigheden verkeerde en op executie aandrong.