Rechtspraak
Gedraging jegens werknemer van advocatenkantoor
Omstreeks (…) zijn de (…) berichten met een seksueel getinte inhoud ontvangen op het e-mailadres van X bij het kantoor van verweerder. (…) Nadat X (…) een voorstel van verweerder voor een beëindigingsovereenkomst van de hand had gewezen, heeft verweerder zich gewend tot de raadsman van X en hem bij wijze van ‘waarschuwingspoging’ voorgehouden dat hij de e-mails uit 2012-2013 zou inbrengen in de procedure bij het UWV. Hiermee stond verweerder de mogelijkheid voor ogen dat dat inbrengen voorkomen zou kunnen worden en dat alsnog tussen partijen een regeling zou worden getroffen. Toen deze regeling niet tot stand bleek te komen, heeft verweerder de e-mails inderdaad bij het UWV ingebracht. (…) heeft verweerder aldus het beeld opgeroepen dat hij (de overlegging van) de aan X gerichte e-mails gebruikte als pressiemiddel om X te bewegen om alsnog in te stemmen met beëindiging van het dienstverband. Het hof acht deze handelwijze niet gepast, (…).