Naar boven ↑

Rechtspraak

Tegenbeschuldigingen uiten aan het OM

Een advocaat moet in beginsel de vrijheid worden gelaten om in correspondentie met het openbaar ministerie tegenbeschuldiging te uiten tegen iemand die aangifte van een strafbaar feit heeft gedaan tegen zijn cliënt. In dit geval is echter de relevantie ver te zoeken. (…) Verweerder had zich dienen te uiten in meer zakelijke bewoordingen en met meer distantie tot de geschillen tussen de Federatie (en haar leden) en de Vereniging (en haar voorzitter). Dit gebrek aan distantie en empathie voor klager, en de opzet om hem te grieven, uit zich ook nog in de volstrekt ongepaste omschrijving van klager in het beroepschrift als ‘de slager van het Westfries-Slachthuis’. Dat klager hoofd van de afdeling (van een ziekenhuis) was, in opspraak was geraakt en onder toezicht stond, was bovendien niet het geval. Verweerder heeft nagelaten dit een en ander te verifiëren.