Naar boven ↑

Rechtspraak

“Criminele organisatie”, opmerking in klachtprocedure

“Dat rapport bevond zich bij mijn stukken, op basis waarvan ik terecht in de visie van mijn cliënte, mede gelet op de inhoud van de zaak, tot de conclusie kwam dat de belanghebbenden in die zaak, waaronder klager, deel uitmaken van een grote criminele organisatie”.

Wel dient hij zich [in de klachtprocedure] te onthouden van onnodig grievende uitlatingen jegens de klager. Daarvan zal sprake zijn als die bewoordingen in redelijkheid geen bijdrage kunnen leveren aan een ongegrondverklaring van de klacht. Met toepassing van dit uitgangspunt komt het hof tot het oordeel dat de door verweerder gebezigde bewoordingen, in de situatie waarin dat is gebeurd – namelijk in het verweer tegen een ingediende klacht -, de grens van het tuchtrechtelijk toelaatbare niet hebben overschreden. (…) Het belang van verweerder om zich, met gebruikmaking van alle argumenten die hij in redelijkheid dienstig kan oordelen, te kunnen verdedigen tegen de klacht weegt zwaarder dan het belang van klager om in de door hem geëntameerde klachtzaak niet te worden geconfronteerd met door hem als grievend ervaren uitlatingen.