Naar boven ↑

Rechtspraak

Het hof stelt voorop dat krachtens vaste jurisprudentie als uitgangspunt geldt dat op een advocaat, die optreedt als enige advocaat van twee partijen om op hun gemeenschappelijk verzoek een echtscheidingsconvenant op te stellen en een echtscheiding tot stand te brengen, een zware zorgplicht rust, die onder meer met zich meebrengt dat hij beide partijen goed voorlicht en dat hij zich ervan vergewist dat beide partijen een te treffen regeling begrijpen. Indien een partij met minder genoegen neemt dan waarop deze aanspraak kan maken dan dient de advocaat zich ervan te vergewissen dat deze partij begrijpt met minder genoegen te nemen en dat deze partij een dergelijke concessie welbewust aanvaardt (…) Het hiervoor geformuleerde uitgangspunt raakt de kernwaarde van de partijdigheid, die uitzondering lijdt in het geval een advocaat in een echtscheidingskwestie voor beide partijen optreedt. Juist omdat het optreden voor beide partijen een uitzonderingssituatie is, dient dat optreden met bijzondere waarborgen te worden omkleed (…) dat verweerder tekort is geschoten in zijn informatieverplichting jegens klaagster over betekenis en gevolgen van het convenant, in het bijzonder betreffende de verdeling van de inkomstenbronnen tussen partijen, en dat derhalve de klacht gegrond is. (berisping)