Naar boven ↑

Rechtspraak

Optreden voor dementerende onder curatele staande cliƫnt

Ter tuchtrechtelijke beoordeling staat of verweerster zich op zorgvuldige wijze ervan heeft vergewist dat curanda bij het geven van de opdracht tot het verrichten van de werkzaamheden als advocaat en omtrent de inhoud, omvang en voortduren daarvan daadwerkelijk in staat was te dier zake haar wil te bepalen en haar belangen te overzien. Indien, zoals hier, een kwetsbare curanda die aan enige vorm van ouderdomsdementie lijdt en mogelijk wisselende standpunten inneemt de bijstand van een advocaat inroept in familierechtelijke geschillen die samenhangen met de curatele, wordt van de advocaat gevraagd dat verifieerbaar duidelijk is, kort gezegd, dat en op welke wijze met de geestestoestand van de curanda rekening is gehouden. (…) Uit het vorenoverwogene rijst het beeld op dat verweerster zich te zeer heeft verlaten op haar eigen inschatting van de geestestoestand van curanda en uiteindelijk te lichtvaardig heeft gemeend dat zij de belangen van curanda kon (blijven) behartigen door werkzaamheden te verrichten, zonder dat zij op adequate wijze ervoor heeft gezorgd dat de opdracht tot het verrichten daarvan voldoende controleerbaar is. Daarom moet het in dit hoger beroep ervoor worden gehouden dat werkzaamheden voor curanda zijn verricht zonder dat verweerster daarvoor een toereikende opdracht had.