Rechtspraak
Na overlijden cliënt
Het hof stelt voorop dat de geheimhoudingsplicht van de advocaat na het overlijden van zijn cliënt voortduurt, welk beginsel slechts uitzondering zou kunnen leiden indien zwaarwegende belangen van derden de opheffing daarvan zouden rechtvaardigen. In het onderhavige geval vloeit de geheimhoudingsplicht van verweerder jegens zijn overleden cliënte rechtstreeks voort uit de (vroegere) relatie met haar, en niet (ook) uit de huidige relatie van verweerder met de zoon van zijn cliënte, die thans kennelijk ook zijn cliënt is. De vroegere volmacht van de moeder aan de zoon staat daar buiten, aangezien een volmacht immers eindigt met de dood van de volmachtgever.
(…) Er is mitsdien niet gebleken van een zwaarwegend belang van klaagster dat opheffing van de geheimhoudingsplicht zou rechtvaardigen. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat de geheimhoudingsplicht van verweerder jegens zijn (overleden) cliënte er wel degelijk aan in de weg staat dat verweerder aan klaagster (kopieën van) de facturen aan zijn cliënte verstrekt; verweerder had dat dus niet hoeven toezeggen.