Naar boven ↑

Rechtspraak

Beƫindiging ontoelaatbaar

Het hof verwerpt het verweer van verweerder dat de opdracht mocht worden beëindigd omdat door toedoen van klager een vertrouwensbreuk is ontstaan. Noch uit de brief (…) noch uit andere stukken is gebleken dat klager begin april 2014 een betalingsblokkade heeft opgeworpen. Mede op basis van de door klager overgelegde verklaring (…) van de DAS acht het hof plausibel en daarmee ook aannemelijk dat de brief (…), waarin op dwingende wijze wordt aangegeven dat klager facturen zal ontvangen zodra het bedrag van € 50.000,- op is, voor klager aanleiding was om contact op te nemen met de deken en dat hij pas toen de DAS verzocht heeft om de betalingen aan het kantoor van verweerder op te schorten. Voor zover sprake is geweest van een vertrouwensbreuk is die ontstaan toen, naar aanleiding van de brief (…), de discussie tussen partijen over de prijsafspraken en betaling van de factuur al gaande was. Aangezien verweerder hieraan zelf debet is, vormt deze vertrouwensbreuk geen rechtvaardiging voor de beëindiging van de overeenkomst met klager.