Naar boven ↑

Rechtspraak

Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft uitsluitend of in overwegende mate vanwege een geschil met de Raad voor Rechtsbijstand herhaaldelijk uitstel gevraagd voor zittingen. Naar het oordeel van de raad betaamt het een advocaat niet om vanwege eigen belangen herhaaldelijk een zitting geen doorgang te laten vinden en daardoor de rechtsgang te frustreren. Indien verweerder ten gevolge van arbeidsongeschiktheid niet in staat was om zijn cliënt bij te staan had verweerder bovendien voor adequate vervanging dienen zorg te dragen. Verweerder heeft in strijd met de gedragsregels en de op hem rustende zorgvuldigheidsverplichting zijn eigen (financiële) belang boven de belangen van zijn minderjarige cliënt en de behoorlijke rechtsgang gesteld. Vanwege de verwevenheid van het aan de onderhavige klacht ten grondslag liggende feitencomplex met klachtzaak 17-1001/DH/RO volstaat de raad met de oplegging van een maatregel in één van de beide zaken. In de onderhavige zaak zal de raad onder verwijzing naar de in de andere klachtzaak opgelegde maatregel, afzien van het opleggen van een maatregel.