Naar boven ↑

Rechtspraak

Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft zich bij herhaling bijzonder onbetamelijk uitgelaten over en jegens voormalige kantoorgenoten. De raad acht de bedoelde seksistische, anti-semitische en neo-nazistische uitlatingen van verweerder in het licht van zijn beroepsuitoefening volstrekt onacceptabel, niet alleen voor zover ze zijn gedaan in zijn hoedanigheid van advocaat, maar ook voor zover deze in zijn hoedanigheid van privé-persoon zijn gedaan. Verweerder is herhaaldelijk op de ongepastheid van zijn uitlatingen aangesproken, maar heeft zich daarvan niet gedistantieerd. Evenmin heeft dit hem ervan weerhouden om zich opnieuw onbetamelijk uit te laten. Bovendien heeft hij zich niet gehouden aan de door hem met de plaatsvervangend deken gemaakte afspraak om niet meer rechtstreeks met voormalige kantoorgenoten te communiceren. De houding van verweerder doet vrezen dat hij de ernst van de situatie onvoldoende inziet. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 4 weken.