Rechtspraak
Redelijk handelend en redelijk bekwaam
Beroepsaansprakelijkheid advocaat; maatstaf bij proceshandelingen; maatstaf bij advisering; informatie- en waarschuwingsplicht voor risico’s?
Een advocaat dient als beroepsbeoefenaar de zorgvuldigheid te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Deze zorgvuldigheidsplicht brengt mee dat een advocaat bij de wijze waarop hij een procedure voert, zijn cliënt niet onnodig blootstelt aan voorzienbare en vermijdbare risico’s. Wanneer een advocaat een cliënt adviseert in het kader van een door een cliënt te nemen beslissing over een bepaalde kwestie, brengt deze zorgvuldigheidsplicht mee dat de advocaat de cliënt in staat stelt goed geïnformeerd te beslissen. Het antwoord op de vraag of en in welke mate een advocaat de cliënt daarbij behoort te informeren over en te waarschuwen voor een bepaald risico, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In dat kader kan onder meer betekenis toekomen aan de ernst en omvang van het desbetreffende risico, de mate van waarschijnlijkheid dat dit zich zal realiseren en de mate waarin de cliënt ervan heeft blijk gegeven zich reeds van dat risico bewust te zijn. Het hof heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de advocaat -gegeven de omstandigheid dat in de rechtspraak en literatuur ten tijde van de advisering uiteenlopend werd gedacht over de rechtmatigheid van het in het zicht van het eigen faillissement doen van selectieve betalingen (aan andere schuldeisers dan groepsmaatschappijen) -had moeten wijzen op de mogelijkheid dat de curator in het op handen zijnde faillissement verweerder als (indirect) bestuurder aansprakelijk zou houden voor de voorgenomen betaling van enkele crediteuren, en dat hij door dit na te laten niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Het heeft zijn oordeel bovendien voldoende gemotiveerd.