Rechtspraak
Onafhankelijkheid, integriteit. Financiële warboel, cliënten in eigen hotel huisvesten
Voorop staat dat verweerder herhaaldelijk en in ernstige mate gehandeld heeft in strijd met twee kernwaarden van de advocatuur, onafhankelijkheid en integriteit.
Verweerder, die al een carrière in het internationale zakenleven achter de rug had en zijn stage eind 2010 heeft afgerond, kan niet als “onervaren” worden aangemerkt, zeker niet in financiële aangelegenheden. Verweerder had een eigen verantwoordelijkheid om de voor advocaten geldende regels nauwgezet na te leven. Of zijn patroon van al zijn doen en laten heeft geweten kan sterk betwijfeld worden, gelet op al hetgeen is komen vast te staan omtrent de onduidelijkheid over de omvang van de praktijk van verweerder. De door verweerder ter zitting van het hof overgelegde stageverslagen van de patroon zijn dan ook in dit verband om dezelfde reden van betrekkelijke waarde. Het heeft niet bijgedragen aan de geloofwaardigheid van verweerder en aan het vertrouwen in zijn integriteit dat hij steeds wisselende verklaringen heeft gegeven en de inlichtingen over zijn praktijk, zowel aan de deken als aan de raad als aan het hof, mondjesmaat en bij stukjes en beetjes heeft verstrekt, waarbij nieuwe inlichtingen vaak niet in overeenstemming waren met al verstrekte inlichtingen zonder dat verweerder daarvoor een verklaring kon geven.