Rechtspraak
Onafhankelijkheid. Optreden advocaat in eigen echtscheiding jegens ex-echtgenote en haar advocaat
Het hof hecht voorts belang aan het uitgangspunt dat de advocaat, zoals in gedragsregel 2 tot uitdrukking is gebracht, dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van het beroep in gevaar zouden kunnen komen. Uit de toelichting op gedragsregel 2 blijkt onder meer dat een belangenverstrengeling door financiële of persoonlijke relaties de gewenste onafhankelijkheid in gevaar kan brengen en kan maken dat de advocaat mede tot partij wordt. Bij de wetswijziging van 1 januari 2015 zijn in art. 10a Adv.w. de kernwaarden waaraan een advocaat dient te voldoen opgenomen. Zo is onder meer bepaald dat de advocaat bij de uitoefening van zijn beroep onafhankelijk is ten opzichte van zijn cliënt. In de Memorie van Toelichting is onder meer geschreven:
“Onafhankelijkheid is een wezenskenmerk van de advocatuur. Het is een essentiële voorwaarde voor een behoorlijke uitoefening van het beroep. De advocaat behoort onafhankelijk te zijn ten opzichte van een ieder: zijn cliënt (…). Ook staat hij onafhankelijk tegenover de zaak die hij behandelt. Hij benadert de zaak met voldoende afstand, en is daarbij onbevangen en onbevooroordeeld. Persoonlijke belangen van de advocaat mogen geen rol spelen bij de behandeling van de zaak.”