Naar boven ↑

Rechtspraak

Verstrekken medische stukken door advocaat wederpartij aan zijn cliƫnt

Wat het hof betreft kan in het midden blijven of het zonder voorafgaande toestemming van klaagster verstrekken van deze processtukken door verweerder aan Ziekenhuis A en aan mr. R., al dan niet in strijd was met de voorschriften van de Wbp en in het bijzonder met artikel 16 Wbp. Partijen verschillen hierover van mening en het hof is niet bevoegd daarover een beslissend oordeel te geven. Het hof zal zich daarom beperken tot het antwoord op de vraag of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klaagster heeft gehandeld door zonder toestemming van klaagster processtukken met bijbehorende (medisch gerelateerde) stukken aan Ziekenhuis A en aan mr. R ter beschikking te stellen. Deze vraag beantwoordt het hof ontkennend. Zoals hiervoor vastgesteld, bestaan de in dit klachtonderdeel bedoelde persoonsgegevens van klaagster uit in (een) procedure(s) tussen klaagster en de heer D overgelegde processtukken met bijbehorende (medisch gerelateerde) stukken, waarvan de toezending heeft plaatsgevonden aan Ziekenhuis A, waar de heer D als medisch specialist werkzaam was, en aan mr. R, die als advocaat van Ziekenhuis A optrad. Gelet op de bijzondere positie van Ziekenhuis A als woordvoerder en belangenbehartiger van de heer D en ook als rechtstreeks belanghebbende (hetgeen wordt bevestigd door de rechtstreekse toezending namens klaagster aan Ziekenhuis A van een afschrift van de aansprakelijkheidsstelling aan de heer D) is het niet onbegrijpelijk dat verweerder veronderstelde dat sprake was van een zodanig functioneel verband met de zaak van klaagster tegen de heer D, dat hij – als advocaat van de heer D en van de verzekeraar van Ziekenhuis A – processtukken ook zonder voorafgaande toestemming van klaagster mocht verstrekken aan Ziekenhuis A en aan mr. R. In de gegeven omstandigheden was dit niet onbetamelijk jegens klaagster en derhalve ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.