Rechtspraak
Kansloze WSNP-cassaties indienen; optreden als postbus cassatie-advocaat
Nu verweerder geen deugdelijk cassatieadvies heeft uitgebracht noch anderszins is gebleken dat hij de kansen, risico’s en opportuniteit van het cassatieberoep heeft ingeschat én in het gros van de cassatieberoepen artikel 80a Wet RO is toegepast, is het hof van oordeel dat daarmee vaststaat dat verweerder kansloze cassatiezaken heeft aangebracht. Verweerder heeft gesteld dat er, samengevat, altijd kans op succes is bij de Hoge Raad en iedere cliënt recht heeft op toegang tot de Hoge Raad. Daarmee miskent verweerder volledig dat de mogelijkheden in cassatie beperkt zijn en dat hij, als cassatieadvocaat, een eigen verantwoordelijkheid heeft en dient te onderzoeken of de betreffende zaak tot cassatie kan leiden en kan nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. Verweerder heeft in vrijwel alle onderzochte WSNP-zaken een toevoeging ter hoogte van € 1.543,- geïncasseerd, waarvan € 143,- aan eigen bijdrage, die de cliënten vooraf aan verweerder moesten betalen. Door op een dergelijke schaal in kansloze zaken cassatie in te stellen en toevoegingsgelden te incasseren, heeft verweerder misbruik gemaakt van het toevoegingensysteem en aldus van de publieke middelen. Bovendien heeft verweerder cliënten in feite laten betalen voor valse hoop (…). Niet in geschil is dat verweerder in tenminste drie zaken als postbusadvocaat is opgetreden door op zijn naam beroepen in te dienen bij de Hoge Raad, terwijl hij met de inhoudelijke behandeling van de zaken geen enkele bemoeienis heeft gehad, noch zijn verantwoordelijkheid heeft genomen voor de inhoud van die zaken. Onder verwijzing naar eerder genoemde jurisprudentie van het hof, is het hof met de raad van oordeel dat verweerder daarmee zijn eigen verantwoordelijkheid als cassatieadvocaat heeft miskend.