Naar boven ↑

Rechtspraak

Nummerherkenning

Naar het oordeel van het hof zouden de in de Verordening verankerde plicht om geheimhoudernummers geregistreerd te hebben - en de daaruit voor de cliënten geldende rechten om via zo’n nummer met de advocaat in contact te treden - op onaanvaardbare wijze aan waarde inboeten indien het een advocaat vrij zou staan om naar eigen goeddunken en op grond van een eigen opvatting omtrent de betekenis en strekking van de Verordening, zonder de deken en de secretaris daarin vooraf te kennen, te bepalen dat niet langer het op naam van die advocaat geregisterde geheimhoudernummer wordt aangehouden, hoewel nog wel van dat nummer gebruik wordt gemaakt. Van bijzondere omstandigheden die een uitzondering zou kunnen rechtvaardigen is het hof niet gebleken. De omstandigheid dat de (secretaris van de) orde (de gemachtigde van) verweerster niet snel genoeg een oplossing heeft aangereikt, en dat het daarom zes maanden heeft geduurd alvorens opnieuw registratie kon plaatsvinden, kan hier niet toe dienen. Die omstandigheid stond er niet aan in de weg de oorspronkelijke registratie te handhaven.

(HvD 13 april 2015, 7342 en 7348)