Rechtspraak
Toepasselijkheid WWFT/Vafi
Het hoger beroep van de Algemeen Deken richt zich tegen de motivering van dit onderdeel van de beslissing. Volgens hem is de WWFT niet van toepassing in een geval als dit en dient het gedrag van verweerster te worden getoetst aan de Verordening op de administratie en financiele integriteit (hierna Vafi) Het hoger beroep van verweerster beperkt zich tot de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het hoger beroep van de Algemeen Deken is gegrond. Ingevolge art. 1 lid 2 van de WWFT is deze wet niet van toepassing op advocaten en advocatenkantoren voor zover zij voor een cliënt werkzaamheden verrichten onder meer betreffende de bepaling van diens rechtspositie en diens vertegenwoordiging in rechte. De Vafi geeft voorschriften aan de advocaat met betrekking tot zijn handelen of nalaten bij de aanvaarding van een opdracht en de verdere uitvoering daarvan. De art. 7 en 8 van de Vafi verplichten een advocaat bij de aanvaarding van een opdracht na te gaan of er niet in redelijkheid aanwijzingen bestaan dat de opdracht strekt ter voorbereiding, ondersteuning of afscherming van onwettige activiteiten. Indien er omstandigheden zijn die gerede twijfel rechtvaardigen aan de wettigheid van het doel van de opdracht dan is de advocaat gehouden daarnaar onderzoek te doen. Artikel 9 van de Vafi verplicht de advocaat vervolgens zich te onthouden van de verlening van diensten indien er in redelijkheid aanwijzingen bestaan dat de opgedragen diensten strekken ter voorbereiding, ondersteuning of afscherming van onwettige activiteiten (…). Door ondanks de onder 6.5 genoemde omstandigheden geen onderzoek te doen (zelfs het strafvonnis, van het bestaan waarvan verweerster op de hoogte was, niet te lezen) heeft verweerster in strijd gehandeld met de Vafi.
(HvD 25 augustus 2014, 7084)