Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitzondering op verplichte opleidingspunten

Het hof stelt voorop dat advocaten dienen te voldoen aan de voor hen geldende verplichtingen uit verordeningen als bedoeld in en vastgesteld conform de artikelen 28 en 29 van de Advocatenwet. Hiertoe behoort de Verordening op de vakbekwaamheid. Deze verordening ziet onder meer op de ontwikkeling van de kennis en kunde van de advocaat. Om deze kennis en kunde ook voor de buitenwereld aantoonbaar op peil te houden, is de advocaat verplicht jaarlijks tenminste 20 opleidingspunten te behalen. Vast staat dat verweerder de in de verordeningen bedoelde opleidingspunten in de aan de orde zijnde kalenderjaren niet heeft behaald. Daarmee is gegeven dat sprake is van normschending.

Het hof acht de daarop gebaseerde klacht echter van onvoldoende gewicht, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. De redenen daarvoor zijn gelegen in de beperkte omvang van het cliëntenbestand van verweerder, de afwezigheid van klachten over de vaktechnische kwaliteit van zijn werkzaamheden, zijn affiniteit met de rechtswetenschap zoals blijkt uit zijn loopbaan, en de nog steeds voortdurende gehoorproblemen in verband waarmee – zoals hij onbestreden heeft aangevoerd – het volgen van opleidingsbijeenkomsten weinig rendement voor hem oplevert.

(HvD 7 februari 2011, 5680)