Rechtspraak
Klacht tegen verweerster in hoedanigheid van deken.
Verweerster heeft erkend dat zij ten onrechte in haar brief van 30 januari 2015 betreffende het eerste klachtonderdeel heeft vermeld dat klager de door hem verzochte specificatie door middel van bemiddeling van haar heeft ontvangen. Uit de redactie van verweersters brief van 30 januari 2015 betreffende het eerste onderdeel van de klacht blijkt dat deze onjuiste stelling geen rol heeft gespeeld bij het oordeel over dat klachtonderdeel. De door klager bedoelde en door verweerster erkende onjuistheid betekent niet dat verweerster daarmee het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad, of dat zij haar taken zodanig heeft verwaarloosd of zich zodanig heeft misdragen, dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan een handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt.
Klacht kennelijk ongegrond.