Rechtspraak
Klager sub 1 heeft naar het oordeel van de voorzitter niet, althans onvoldoende, gemotiveerd in welk belang hij rechtstreeks is of kan worden getroffen.
Klacht van klager sub 1 kennelijk niet-ontvankelijk.
Klagers hebben geen, althans onvoldoende feiten gesteld om te staven, noch is uit de stukken gebleken, dat verweerder misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheden, dan wel van de derdengeldenrekening. Van belang daarbij is dat het een gebruikelijke gang van zaken is dat een cliënt die uit hoofde van een veroordelend vonnis aan de wederpartij moet betalen, betaalt op de derdenrekening van de advocaat, zodat de advocaat zorg kan dragen voor doorstorting van dit bedrag.
Klachten van klagers sub 2 en 3 kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is in afschrift op 17 september 2015 per aangetekende post verzonden aan:
- klagers
en per gewone post aan:
- klagers
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag.
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Den Haag, Postbus 85791, 2508 CD Den Haag (fax: 088-2053707). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 30 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.