Rechtspraak
Verweerder had klager terstond een kwitantie moeten geven na ontvangst van de € 200,--. Nu hij dit niet heeft gedaan, is hij in zijn zorgplicht jegens klager tekortgeschoten en heeft hij daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Dit klachtonderdeel is gegrond.
Klager verwijt verweerder dat hij het beroepsgeheim heeft geschonden, doordat hij de deken over de inhoud van het dossier heeft geïnformeerd. Op zichzelf is de raad van oordeel dat verweerder zijn beroepsgeheim niet heeft geschonden. De deken is immers aan zijn beroepsgeheim gebonden. Wel is de raad van oordeel dat de inhoud van het dossier volstrekt irrelevant is voor de beoordeling van de klacht. De raad acht het dan ook aannemelijk dat verweerder de betreffende informatie slechts aan de deken heeft verstrekt om klager in een bepaald daglicht te doen stellen. De raad is dan ook van oordeel dat verweerder zich jegens klager niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.
Klacht gegrond. Maatregel: berisping.