Rechtspraak
Verweerder heeft erkend dat hij een fout heeft gemaakt bij het invullen van het digitale formulier van het aanhoudingsverzoek. De rechtbank heeft het aanhoudingsverzoek niet gehonoreerd, zodat de zitting heeft plaatsgevonden. Verweerder heeft ter zitting zijn excuses aangeboden. Klager is van mening dat verweerder dat pour besoin de la cause heeft gedaan. Dergelijke fouten worden in de praktijk gemaakt en als daar excuses voor worden aangeboden zouden deze moeten worden geaccepteerd. Nu het aanhoudingsverzoek is afgewezen en de zitting gewoon heeft plaatsgevonden is klager, althans zijn cliënt, niet in zijn belangen geschaad. In het dossier zijn geen aanknopingspunten te vinden voor de juistheid van klagers stelling dat verweerder willens en wetens de rechtbank onjuist heeft willen informeren. Niet valt ook in te zien welk belang verweerder hierbij zou hebben gehad
In casu was het kort dag om stukken uit te wisselen. Verweerder heeft gesteld dat ook hij pas kort voor de zitting over meer informatie beschikte. Op basis van het dossier valt niet te concluderen dat verweerder willens en wetens heeft geweigerd om stukken aan klager toe te zenden. De raad neemt voorts in aanmerking dat een advocaat gehouden is om stukken die bij de rechtbank worden ingebracht gelijktijdig aan de wederpartij te overhandigen, maar dat die gehoudenheid in zijn algemeenheid niet betekent dat op voorhand stukken moet worden verstrekt die het ingenomen standpunt ondersteunen, maar die nog niet aan de rechtbank zijn overgelegde. Ook dit klachtonderdeel faalt dan ook. Niet valt in te zien dat verweerder met zijn handelwijze gedragsregel 15 heeft geschonden.
Klacht kennelijk ongegrond.