Rechtspraak
Voorzittersbeslissing. 1. Verwijt dat verweerder zich schuldig zou hebben gemaakt aan misleiding en laakbaar gedrag. Verweerder heeft tegen dit verwijt gemotiveerd verweer gevoerd en betwist dat hij laakbaar zou hebben gehandeld. Nu klager dit klachtonderdeel niet nader met stukken, anders dan zijn eigen brieven, heeft onderbouwd, mist dit onderdeel van de klacht feitelijke grondslag. 2. Verwijt dat verweerder de afspraken uit het convenant niet is nagekomen. De voorzitter acht bij dit klachtonderdeel van belang dat verweerder in deze kwestie geen contractspartij is. Niet op hem, maar op de ex-echtgenote van klager rust de verplichting tot nakoming van hetgeen in het convenant is vastgelegd. Klacht kennelijk ongegrond.