Naar boven ↑

Rechtspraak

Beslissing op verzet. Ten aanzien van drie klachtonderdelen is de raad van oordeel dat de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk heeft bevonden. Ten aanzien van klachtonderdeel d overweegt de raad dat verweerder gedragsregel 24 heeft geschonden, aangezien hij de mogelijkheid van gefinancierde rechtshulp niet met klaagster heeft besproken terwijl zij daar wellicht wel voor in aanmerking kwam. Verweerder heeft daarnaast niet aan klaagster bevestigd dat voor haar geen gebruik zou worden gemaakt van gefinancierde rechtsbijstand en dat een beroep zou worden gedaan op de rechtsbijstandsverzekering van klaagster. Naar het oordeel van de raad is deze schending van gedragsregel 24 echter van onvoldoende gewicht om op basis daarvan te kunnen concluderen dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, nu onvoldoende uit de stellingen van klaagster is af te leiden dat zij door het handelen van verweerder daadwerkelijk op relevante wijze in haar belang is geschaad. Verzet ongegrond.