Naar boven ↑

Rechtspraak

rweerster was als advocaat betrokken bij een geschil. De wederpartij werd bijgestaan door een rechtshulpverlener, niet zijnde een advocaat. Deze laatste heeft de klacht ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling van de Voorzieningenrechter heeft verweerster ontkend een productie (een 10 pagina’s tellende lijst) te hebben ontvangen. Dat bleek niet juist te zijn. Op aandringen van klager heeft verweerster haar ontkenning de lijst de hebben ontvangen niet te willen herstellen. Dat is in het licht van de omstandigheden klachtwaardig.

In het kader van de executie van het vonnis, als gevolg waarvan een groot aantal gereedschappen aan de wederpartij afgedragen moesten worden, heeft verweersters in opdracht van haar cliënt klager verboden op het terrein en in de garage van haar cliënt aanwezig te zijn en wilde verweerster niet met klager doch uitsluitend met de wederpartij zelf communiceren. Verweerster handelde hierdoor onbetamelijk, nu de wederpartij door deze opstelling werd verstoken van rechtsbijstand.

Het is niet uitsluitend aan verweerster te wijten dat de verhoudingen verhardden. Verweerster was gebonden aan het mandaat dat zij van haar cliënt had gekregen. Verweerster treft geen tuchtrechtelijk verwijt dat een oplossing niet in der minne niet kon worden bereikt.