Naar boven ↑

Rechtspraak

Verwijt dat verweerder niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen besluit van het CBR, waarbij onder meer klagers rijbewijs ongeldig is verklaard. Raad: Een advocaat die in 2012 geconfronteerd werd met de inname van een rijbewijs wegens verdenking van weigering van de blaastest moest erop bedacht zijn dat uit zo’n verdenking naast strafrechtelijke bestuursrechtelijke gevolgen (zoals ongeldigverklaring door het CBR) konden voortvloeien. Een advocaat heeft de plicht actief de denkbare scenario’s na te lopen en met cliënt te bespreken. Verweerder heeft dat nagelaten. Hoewel hij uit de verwijzing van het Juridisch Loket had kunnen opmaken dat er een voor bezwaar vatbaar besluit lag heeft hij ten onrechte een onderzoek naar de voor bezwaar geldende termijn achterwege gelaten. Het bestaan van de taalbarrière laat onverlet dat verweerder er gezien onduidelijkheid omtrent het feitencomplex voor had dienen te zorgen dat die duidelijkheid er, juist gezien de taalbarrière, wel op korte termijn zou kunnen komen. Niet is gebleken dat verweerder zich daartoe voldoende heeft ingespannen. Berisping.