Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht betreft bijstand aan klager, die onder bewind is gesteld, in een echtscheidingsgeschil. Verweerder heeft, na aanvankelijk een voorschot op de te verwachten eigen bijdrage uit hoofde van de toevoeging aan klager gevraagd. Daarop liet de bewindvoerder weten dat er geen geld was. Na verkrijging van de toevoeging heeft verweerder een nota gestuurd voor de eigen bijdrage en het griffierecht met een betalingstermijn van 14 dagen. Binnen die termijn wordt verweerder door een derde en iets later klager geïnformeerd dat er de andere dag een zitting zal zijn. Verweerder weigert naar de zitting te gaan. De raad verklaart de klacht hieromtrent gegrond, maar legt geen maatregel op.