Rechtspraak
Schrapping. In 1993 is verweerder door het Hof van Discipline geschrapt van het tableau. Na het stellen van duidelijke voorwaarden ten aanzien van de praktijkvoering heeft de toenmalige Raad van Toezicht besloten geen verzet te doen tegen het derde verzoek van verweerder tot herbeëdiging in 2012. Een belangrijke voorwaarde die de Raad van Toezicht verweerder in het kader van deze herbeëdiging had gesteld, was dat verweerder kantoor zou gaan houden in een zogenaamd “warm nest”. Verweerder is de gemaakte afspraken niet nagekomen. Hij heeft de Raad van de Orde voorgehouden dat hij kantoor zou gaan houden bij een andere advocaat, maar bleek alleen praktijk te voeren, hoofdzakelijk vanaf zijn huisadres. Daarnaast heeft verweerder gehandeld in strijd met art. 10a Advocatenwet, artt. 4.2, 6.2, 6.3 en 7.4 Voda, art. 31 Roda en gedragsregels 1, 4, 8, 18, 23, 25, 33 en 37. De raad overweegt dat de ernst van de aan verweerder te maken tuchtrechtelijke verwijten en de eerdere schrapping door het Hof van Discipline in aanmerking genomen, een verdere uitoefening van de praktijk door verweerder een zodanig aanzienlijk risico voor de behartiging van de belangen van toekomstige cliënten van verweerder vormt, dat het vertrouwen in de advocatuur ernstig zou worden ondermijnd. De raad heeft gelet op de houding van verweerder, waarbij ieder inzicht in het eigen falen en het kwalijke van zijn handelen ontbreekt, ook niet het vertrouwen dat verweerder in de toekomst de voor de beroepsuitoefening van advocaten geldende regels wel in acht zal nemen. Maatregel: schrapping, proceskostenveroordeling EUR 1.000,- t.g.v. NOvA.