Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Klager verwijt verweerster dat zij in strijd heeft gehandeld met gedragsregels 1, 3 en 31. Met het arrest van het hof Den Haag is in rechte komen vast te staan dat klager verweerster en diens collega onjuist heeft voorgelicht en misleidende mededelingen heeft gedaan. De ‘beschuldigingen’ die verweerster jegens klager heeft geuit, leiden er derhalve niet toe dat gedragsregel 1 is geschonden, nu deze een legitiem doel dienden en niet onnodig grievend waren. Het verwijt dat verweerster gedragsregel 3 zou hebben geschonden, is tegenover de gemotiveerde betwisting onvoldoende nader onderbouwd althans geconcretiseerd. Van een schending van gedragsregel 31 is evenmin sprake. De beschuldigingen, die door verweerster reeds zijn geuit in de civiele procedure, geven immers haar juridische standpunt weer en kunnen niet worden aangemerkt als onnodig grievend. Klacht kennelijk ongegrond.